De Dorpskerk door de eeuwen heen
Ligging
Het dorp Hoog-Keppel is ontstaan op een rivierduin van de Oude IJssel in de prehistorische delta van de Rijn en op het hoogste punt van dat duin staat de kerk met de kenmerkende ‘afgeknotte’ torenspits omgeven door een eeuwenoud kerkhof. Hoog-Keppel heeft een brink waar omheen huizen en boerderijen zijn gebouwd. Kenmerkend voor deze omgeving zijn de Hessenwegen. Dit zijn paden die van oudsher door de Hessen werden gebruikt om hun koopwaar via Halle, Zelhem en Doesburg verder Nederland in te brengen.
Oorsprong
De officiële naam ‘Petrus en Pauluskerk’ dateert nog van voor de reformatie. De kerk, is een 15e eeuwse laatgotische pseudo-basiliek, oorspronkelijk met zijbeuken. Door allerlei verbouwingen en aanpassingen oogt de kerk uitwendig wat "verminkt", wat daardoor weer respect afdwingt voor de ingrijpende gebeurtenissen die de kerk heeft ondergaan. De oudste vermelding van de kerk is een akte van 1310. De stichting kan zelfs teruggaan tot de 10e of 11e eeuw. In 1392 kreeg de toenmalige parochie toestemming om de kapel te vervangen door een echte kerk, mits die gewijd zou worden aan de heiligen Petrus en Paulus. Met de tufsteen die vrijkwam uit de sloop van de kapel werd de toren gebouwd in Romaanse stijl (12e eeuw rondboog) en met nieuwe bakstenen werd de kerk in de vorm van een driebeukige pseudo-basiliek opgetrokken in Gotische stijl (15e eeuw spitsboog).
Verbouwing
Rond 1740 werd de noordbeuk en later die eeuw de zuidbeuk van de kerk gesloopt. Het koor vertoont aan noord- en zuidzijde dichtgemetselde bogen die eertijds uitkwamen in de zijbeuken. Door de sloop van de beuken zijn de grafkelders van de van Pallandts (zuidzijde) en de van Schuylenburchs (noordzijde) buiten de kerk komen te liggen. Later is de muur achter de preekstoel gebouwd om koor en schip van de kerk te scheiden. Het is nu een eenbeukige kerk met driezijdig gesloten koor.
Interieur
In de kerk treft men twee 16e eeuwse grafzerken aan. Er ligt een grafsteen van Terus Buetinck met een latijnse tekst, vertaald: "Bid voor de ziel van Terus Buetinck - hij ruste in vrede". De andere grafsteen laat twee benen zien met hoofd onder een voet en een latijnse tekst uit Samuel 14: 14.
De eikenhouten preekstoel is achtkantig, naar de stijl te oordelen tweede helft 17 e eeuw.
Het orgel is een geschenk uit 1740 van Baron van Pallandt van Keppel en is gebouwd door "Matijs van Deventer Orgelmaeker tot Nimegen" voor de prijs van "vijffhondert en vijfftigh gulden hollants".
De Toren
Ter hoogte van de orgelgalerij begint een trap in de oostelijke torenmuur, die van zuid naar noord oploopt en toegang geeft tot de ruimte boven het gewelf. Op de tweede etage vindt men in de toren de klokkenstoel. Deze klok heeft een diameter van 85 cm en dateert van 1864.
De Dorpskerk heeft nog één van de weinige torens waarin zich twee cachotten bevinden uit het eind van de 19e eeuw.